‘De keten moet anders leren denken’
Interview met Mark van Logten, geschreven en gepubliceerd door OnderhoudNL voor de week van de circulaire economie.
‘De mist begint op te trekken bij woningcorporaties. Langzaam maar zeker komt er meer duidelijkheid over de route naar CO2 neutraal in 2050 en daarmee komt het besef dat zij een stapje bij moeten zetten om hun duurzame ambities te halen. Zij stellen ons ook letterlijk de vraag ‘Help ons!’. Vervolgens zoeken onze planontwikkelaars samen met hen naar het meest logische onderhoudsscenario dat in lijn ligt met de duurzaamheidsambities.’ Mark van Logten, bedrijfsleider bij KnaapenGroep, is optimistisch over een circulaire economie in 2050. ‘Maar dan moeten we in de keten wel anders gaan leren denken’.
Mark is onder meer verantwoordelijk voor een team van 40 professionals in het planmatig onderhoud voor corporaties. Het groene denken zit al wel een beetje in zijn DNA. Zo rijdt hij elektrisch en woont hij in een nul-up-de-meter-woning. Die intrinsieke motivatie ziet hij ook terug in de rest van het MT, dat geïnspireerd is geraakt door het duurzame model van ‘The natural step’. ‘Door bijvoorbeeld zelf elektrisch te rijden en zonnepanelen op ons pand te plaatsen delen we speldenprikjes uit aan medewerkers om zelf ook zo te denken. Zodat zij het stukje oppakken waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn.’
Maak het zichtbaar
Door duurzaamheid uit te drukken in cijfers, wordt het voor iedereen ineens veel concreter. Knaapen heeft in de afgelopen 3 jaar 20.000 dakpannen, 1021 deuren, 573 geveldelen en 430 cilinders, die vrij kwamen bij een renovatieproject, een nieuwe bestemming gegeven. ‘Mooie cijfers toch? Die waren normaal gesproken op de afvalberg beland.’
Van Logten denkt dat we ook anders naar producten en grondstoffen moeten kijken en naar het verdienmodel wat er achter schuilt. ‘Momenteel is het goedkoper om een uitkomende deur op de container te gooien dan deze schoon te maken, te transporteren en op te slaan voor hergebruik. Daar moet verandering in komen. We zijn zo gewend om iets nieuws te kopen. Dat is misschien een breder maatschappelijk probleem, maar wij kunnen wel het goede voorbeeld geven.’
Kansen voor de hele keten
Er ligt een belangrijke taak voor fabrikanten en leveranciers, vindt Van Logten. ‘De keten moet anders leren denken. Als ik vraag aan een leverancier om voor de top 10 geleverde materialen een duurzamer alternatief voor te stellen komt daar geen passende reactie op, dat kan echt beter. Hoe meer aannemers deze vraag stellen, hoe meer de leverancier zich genoodzaakt voelt te veranderen.’ Op termijn zal dat de prijs drukken. En dat is nodig, ook gelet op de kosten. ‘Sociale woningbouw moet wel betaalbaar blijven.’
Volgens Van Logten moet ook het kiezen voor natuurlijke materialen zo vaak mogelijk de voorkeur krijgen. ‘Kies voor houten kozijnen in plaats van kunststof en gebruik voor schilderwerk biobased verven.
‘Vroeger werd alles vastgemetseld en die materialen kunnen we nu niet meer hergebruiken. Door nu modulair en demontabel te bouwen voorkomen we dat in de toekomst.’
Mark van Logten, Bedrijfsleider
RGS vereist een stukje creativiteit
Toch is de zoektocht naar het duurzame alternatief ook een uitdaging als je resultaatgericht samenwerkt. ‘Met RGS ben je verantwoordelijk voor de afgesproken prestatie-eisen. Dat kan voorkomen dat bedrijven gaan pionieren met innovaties. Wat als je een systeem voorschrijft, na 3 jaar een meting op de prestatie-eisen doet en het tegenvallende resultaten geeft? Wij lossen dat op door nieuwe duurzamere systemen te testen op complexen die binnenkort op sloop gaan, zodat je toch de pilot kan draaien en minder risico loopt.’
Op weg naar 2050
Van Logten denkt vooral dat demontabel bouwen de versnelling geeft in de circulaire bouweconomie. ‘Vroeger werd alles vastgemetseld en die materialen kunnen we nu niet meer hergebruiken. Door nu modulair en demontabel te bouwen voorkomen we dat in de toekomst.’
Voor collega’s in de sector die nog niet weten waar ze moeten beginnen, heeft Van Logten een simpel advies. ‘Maak het klein en start gewoon. Richt intern een groepje op en maak het voor jezelf duidelijk. Wat doen we al? Wat kunnen we nog verbeteren? En geef daar prioriteiten aan.’