Flora- en faunaonderzoek: hoe voorkom je vertraging op je project?
Geen woningcorporatie die er níet mee te maken heeft: de Wet Natuurbescherming. Het komt nog steeds wel voor dat grote renovatie- of verduurzamingsprojecten enorme vertraging oplopen, omdat zich in woningen nesten en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten blijken te bevinden. In Nederland gaat het dan vooral om de gierzwaluw, de huismus en verschillende vleermuissoorten. Hoe voorkom je dat een project stil komt te liggen vanwege flora- en faunaonderzoek? We spraken erover met Paul de Graef, projectleider bij woningcorporatie Woningbelang, en ecoloog Ivar Vleut van adviesbureau Staro Natuur en Buitengebied.
Het is een zeer ongewenst scenario: de planning van een grote renovatie loopt een jaar uit, omdat niet op tijd rekening is gehouden met flora en fauna. Gelukkig komt dit steeds minder vaak voor. Dat komt onder andere doordat een toenemend aantal woningcorporaties werkt met een generieke ontheffing voor de Wet Natuurbescherming. Omdat we weten dat er ook veel woningcorporaties zijn die de generieke ontheffing nog niet kennen, delen we in dit artikel graag wat het is en hoe het werkt.
Generieke ontheffing
“Voor een generieke ontheffing doe je vooraf al onderzoek naar vooral de bijzondere functies die gebouwen kunnen hebben voor beschermde soorten over je hele bezit. Dus voordat er sprake is van specifieke projecten,” vertelt ecoloog Ivar Vleut. “Ecologen onderzoeken hoeveel verblijfplaatsen en nestlocaties van beschermde diersoorten zich waar bevinden en maken samen met de woningcorporatie een plan waarin je beschrijft hoe je met die beschermde soorten omgaat. Een soort routeplan van wat je moet doen, zodat die soorten zo min mogelijk worden aangetast en uiteindelijk meer mogelijkheden krijgen binnen het woningbezit.”
In het ontwerp al anticiperen
Net als woningcorporatie JOOST beschikt woningcorporatie Woningbelang over zo’n generieke ontheffing. “In alle onderhoudsprojecten hebben we te maken met de Wet Natuurbescherming”, vertelt Paul de Graef van Woningbelang. “Al als we een ladder tegen de gevel zetten, moeten we opletten of er geen verstoring plaatsvindt van mogelijk beschermde diersoorten.”
“Dat betekent dat bij alle werkzaamheden eerst onderzoek nodig is. Daarvoor moet voldoende tijd worden gereserveerd. Elke soort heeft namelijk ander gedrag en de seizoenen spelen daarbij een grote rol. Doordat we een generieke ontheffing hebben, weten we al waar we rekening mee moeten houden en kunnen we daar dus op anticiperen. Er ontstaat geen vertraging en bij verduurzaming en renovaties houden we al in het ontwerp rekening met permanente voorzieningen. Zoals nestkasten die we dan in een overstek of onder de pannen aanbrengen.”
Gierzwaluwkasten, vleermuiskasten, en gaten onder de dakgoot voor de huismussen in één woning op project in Rosmalen (woningcorporatie JOOST)
Neem een ecoloog in de hand
Paul vindt het vanzelfsprekend dat Woningbelang dit onderwerp zo serieus neemt. “Deze prachtige en bijzondere dieren zijn niet voor niets beschermd. Het kan ook heel goed samen; woningen bouwen en onderhouden waar dieren wonen. Maar het vereist wel even een andere denkwijze dan we traditioneel misschien gewend zijn.”
Paul adviseert andere woningcorporaties dan ook om een goede ecoloog in de hand te nemen. “Een ecoloog ook, met ervaring op het gebied van generieke ontheffingen. Verbind deze ecoloog actief met je woningcorporatie en betrek hem of haar bij alle maatregelen die je wil treffen aan de buitenschil. Niet zozeer om je in te dekken, maar vooral om je de materie eigen te maken. Vergelijk het met asbest. Dat was in het begin ook iets wat vrij lastig te voorzien was en waar meerdere partijen bij betrokken waren. Nu is het een gewoonte geworden om hier rekening mee te houden.”
De gemeente Tilburg bijvoorbeeld, heeft voor de hele gemeente een ontheffing geregeld. Woningcorporaties, maar ook particulieren, kunnen gebruik maken van die ontheffing. Zo is het mogelijk de kosten te delen en alle partijen én de beschermde diersoorten hebben daar baat bij.
Ivar Vleut – Ecoloog van adviesbureau Staro Natuur en Buitengebied
Meer mogelijkheden creëren
Ecoloog Ivar Vleut werkt veel samen met woningcorporaties. Als we hem bellen voor dit interview vertelt hij dat hij gisteren nog in een boom zat om onderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen in boomholtes. Vanavond gaat hij naar Veldhoven om onderzoek te doen naar uilen.
Hij helpt woningcorporaties bij het verkrijgen van een generieke ontheffing en doet vooral ook de ecologische begeleiding na het verkrijgen van de ontheffing. “Ik zou het zeker aanraden een gebiedsontheffing aan te vragen. Dat maakt alles rondom de planning van projecten een stuk makkelijker. Voor beschermde soorten worden dan ook meer mogelijkheden gecreëerd in de vorm van permanente voorzieningen en dat is uiteindelijk het doel. De vrees is dat door energiebesparende werkzaamheden aan gebouwen, zoals het aanbrengen van spouwisolatie en het vervangen van daken, het snel slechter zal gaan met de vleermuis, huismus en gierzwaluw. We willen juist dat het weer beter gaat. Daar is iedereen bij gebaat.”
Ontheffing voor de hele gemeente
Ivar heeft nog een tip. “We merken regelmatig dat in hetzelfde gebied meerdere corporaties bezig zijn met ecologisch onderzoek, omdat ze beide bezit hebben in dat gebied. Ook gemeenten doen ecologisch onderzoek naar gebouwen die in hun bezit zijn. Mijn tip: ga als woningcorporatie in gesprek met de gemeente om te verkennen in hoeverre je hierin kan samenwerken. De gemeente Tilburg bijvoorbeeld, heeft voor de hele gemeente een ontheffing geregeld. Woningcorporaties, maar ook particulieren, kunnen gebruik maken van die ontheffing. Zo is het mogelijk de kosten te delen en alle partijen én de beschermde diersoorten hebben daar baat bij.
Ecologische kick-off in de keet
Ook Paul heeft nog een tip. “Organiseer bij grote projecten een ecologische kick-off in de keet. Wij doen dat ook. De ecoloog bespreekt met de bouwvakkers waarom we de dingen doen zoals we ze doen. En als ze iets aantreffen, waarom dat zo is en wat ze moeten doen. Deze kick-off’s worden bij ons heel positief ontvangen. Zo zorg je ook voor draagvlak bij de onderhoudspartners waarmee je werkt. En je voorkomt dat wat je afspreekt en opschrijft een protocol blijft dat ergens in de kast staat en daar niet uitkomt. Het werkt pas echt als je het op de steiger tussen de oren krijgt.”